Careyn
Duurzaamheidsverslag
2024

Bekijk het verslag

Inleiding

Om een fijne en gezonde omgeving te behouden voor onze cliënten en collega’s en voor toekomstige generaties, is verduurzaming onmisbaar. Ook in de zorg merken we dat onze werkzaamheden en bedrijfsvoering niet zonder gevolgen zijn: we zorgen voor afval en CO2-uitstoot en we verbruiken veel schoon drinkwater. Daarmee belasten we het milieu en klimaat. Als grote zorgorganisatie zetten wij ons daarom in voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Stap voor stap werken we aan een duurzamere zorg, zodat we samen een betere wereld achterlaten.

Ook in 2024 werkten we, volgens ons beleid Duurzaamheid en Milieu 2020-2023, verder aan de volgende speerpunten:

  1. Bewustwording en inbedding in de organisatie
  2. Energie
  3. Water
  4. Afval
  5. Vervoer
  6. Eten en drinken

In dit verslag lees je wat de resultaten waren, hoe het staat met onze CO2-uitstoot en hoe medewerkers de Milieuthermometer Zorg audit hebben ervaren.

-Speerpunt-

Bewust-
wording en inbedding

 

 

 

O

m de kennis en bewustwording over duurzaamheid bij onze cliënten, medewerkers en bezoekers te verhogen, hebben we ook in 2024 op verschillende manieren met elkaar over duurzaamheid en milieu gesproken en geschreven.

We hebben interne audits uitgevoerd bij zes woonzorglocaties aan de hand van het certificeringsschema van de Milieuthermometer. Tijdens de audits en bij regionale MT-bijeenkomsten hebben we met managers, facilitair coördinatoren en huismeesters gesproken over acties die lokaal bijdragen aan duurzaamheid. Denk aan zuinig omgaan met water en energie, voedselverspilling voorkómen en zo goed mogelijk afval scheiden.

In 2024 deden we mee met de eerste editie van de communicatiecampagne ‘Meer aandacht voor minder afval!’ en met de jaarlijkse campagne ‘Zorg voor Energie’. Beide zijn georganiseerd door het Milieuplatform Zorg (MPZ). 

En na het behalen van MTZ-certificaten voor 27 woonzorglocaties en het winnen van de MPZ-prijs voor ons duurzaamheidsverslag hebben we berichten verspreid op LinkedIn, CareynPlein en onze website careyn.nl.

Ons duurzaamheidsverslag is bekroond!

We hebben de MPZ-prijs ontvangen voor het meest inspirerende en informatieve duurzaamheidsverslag in de care sector over het jaar 2023. Op de ledendag van het MPZ mochten Irene Straatsburg, programmamanager duurzaamheid, Jayanti Jandoenath, facilitair specialist voor o.a. duurzaamheid, en Michel Ko, creatief communicatiespecialist, de prijs in ontvangst nemen. Michel kreeg na zijn voordracht over milieucommunicatie een daverend applaus. En terecht! 

 

 

Winnaar Duurzaamheidsverslag 2023

‘Care sector’

-Speerpunt-

Energie

 

 

 

 

O

ok in 2024 was ons doel om jaarlijks 2% energie te besparen en 10% eigen zonnestroom op te wekken.

We hebben 2% op stroom en 5% op aardgasverbruik bespaard dus dat doel is gehaald. Op de daken van de locaties Nieuw Tamarinde, Weddesteyn, Hart van Groenewoud, de Ark en Maria Oord liggen in totaal 3030 zonnepanelen. Daarmee hebben we 7,4% van onze stroombehoefte zelf kunnen kunnen opwekken. Al heel wat, maar nog niet genoeg om het doel te halen.

W e hebben in 2024 weer iets meer energie bespaard dan in de voorgaande jaren. Hoe we dat doen? Door zuinig gedrag, door het uitvoeren van allerlei (wettelijk verplichte) energiebesparende maatregelen zoals ledverlichting en isolatie én door de aanschaf van zuinige wasmachines en wasdrogers. 

Bovendien laten we op 14 grote locaties de ruimteverwarming, de ruimtekoeling en de ventilatie optimaal afstellen. Door dit actieve energiebeheer kunnen we onnodig verlies van warmte of koude voorkomen.

De communicatiecampagne ‘Zorg voor Energie’ gebruiken we om het thema een week lang onder de aandacht te brengen. Alle beetjes helpen!

Resultaten Zonnestroom

In 2024 werd 7,4% van de elektriciteitsbehoefte voor woonzorglocaties geleverd door zonnepanelen; dat is minder dan we willen. Helaas werd de opgewekte stroom door externe partijen niet vlekkeloos bijgehouden. We denken dat de zonnepanelen in werkelijkheid meer stroom hebben geleverd. Vaak kunnen we die cijfers later nog bijwerken. Om dergelijke verstoringen in de registratie te voorkomen gaan we het onderhoudscontract voor de zonnepanelen verbeteren.

 

 

Stroom

In 2024 hebben de 30 woonzorglocaties samen 2% minder stroom ingekocht dan in 2023 en 21% minder dan in 2018 (zie tabel). De daling is minder sterk dan vorig jaar. De grootste stroombesparing is in de afgelopen jaren bereikt door eenvoudige maatregelen zoals ledverlichting. In de komende jaren zullen andere, duurdere maatregelen zoals vervanging van onzuinige ventilatiemotoren moeten zorgen voor een verdere besparing op het stroomverbruik.

 

 

Aardgas

In 2024 hebben 21 woonzorglocaties samen 5% minder gas verbruikt dan in 2023 en 23% minder dan in 2018. De buitentemperatuur in de wintermaanden heeft de grootste invloed op het gasverbruik. De winter van 2024 (met een wintergemiddelde van 6,3 graden Celsius) was niet zo koud. Dus dan kun je verwachten dat het gasverbruik lager is dan in de koudere winter van 2021 (gemiddeld 4,4 graden ) of 2018 (gemiddeld 3,7 graden).

Ook de isolatie van warme leidingen, de zuinige afstelling van CV-ketels en het meer bewuste stookgedrag hebben ongetwijfeld bijgedragen aan het lagere gasverbruik.

 

Stadswarmte

Zes woonzorglocaties in Utrecht worden verwarmd met stadswarmte, wat minder milieubelastend is. In Utrecht wordt nu nog voornamelijk aardgas als bron voor stadswarmte gebruikt. Toch, als we een gebouw verwarmen via dit warmtenet, dan stoten we maar de helft van de CO2 uit in vergelijking met verwarming via CV-ketels op aardgas.

Het warmteverbruik van de zes locaties is sinds 2021 niet echt veranderd. We hebben de verwarming van deze locaties helaas niet helemaal in eigen hand en hebben de hulp van experts nodig om deze verwarming zuiniger en efficiënter in te stellen. 

 

 

Warmte-koude opslag (WKO)

Daarnaast is voor twee woonzorglocaties (Buitenhof en De Prinses) warmte ingekocht uit een externe WKO-installatie. Deze warmte wordt opgewekt met een mix van grijze en groene stroom en is minder belastend voor het milieu dan de verbranding van aardgas. WKO is een betrouwbare energiebron, duurzaam, zuinig en comfortabel, onder andere door vloerverwarming. 

– Speerpunt –

Water

 

 

 

 

Wees wijs met water! Niet alleen omdat schoon drinkwater kostbaar is, maar ook omdat warm water energie kost. We besparen bij Careyn vooral water met waterbesparende douchekoppen en kranen, minder toiletspoeling, zuinige wasmachines en meer aandacht voor het opsporen en oplossen van lekkages.

In 2024 hebben we op veel locaties een kleine camera op de watermeter laten monteren. Zo kunnen we elk kwartier automatisch het waterverbruik aflezen en lekkages, doorlopende stortbakken en zelfs druppelende douches opsporen. En dat scheelt een slok! Ook hebben de medewerkers flink hun best gedaan om zuinig te spoelen en wassen. En zo is ons waterverbruik sinds 2018 fors gedaald van 81 naar 53 liter per medewerker! 

-Speerpunt-

Afval

 

 

 

 

M

eer afval scheiden voor recycling, minder ongesorteerd restafval verbranden. Dat is in een notendop het doel van het speerpunt Afval. De beste manier om afval te voorkomen is natuurlijk minder inkopen en zo veel mogelijk spullen langdurig gebruiken. Maar dat kan in de zorg niet altijd. Zo zijn er nog veel artikelen die na eenmalig gebruik weg moeten. En wat dacht je van medicatie, die soms ongebruikt weg gaat. We hebben nog een weg te gaan, maar we zijn goed bezig. Want in 2024 is voor het eerst bijna 18.000 kilo plastic gescheiden!

op al onze woonzorglocaties wordt wettelijk verplicht afval gescheiden van restafval. Denk aan batterijen, lampen e.a. klein chemisch afval, naalden e.a. ‘specifiek ziekenhuisafval’, restmedicatie, glas, papier, karton en frituurvet.

In Woerdblok en De Ark zijn we ook verplicht om etensresten te scheiden, omdat de grote restaurants op die locaties meer dan 200 kilo etensresten per week produceren.

Op veel locaties scheiden we zacht verpakkingsfolie. Die dunne folie, waarin bijvoorbeeld schoon wasgoed geleverd is, kan heel goed gerecycled worden.

Plastic- en drinkpakkenafval (PD) is sinds 2024 een nieuwe afvalstroom bij Careyn. 15 woonzorglocaties zijn ermee gestart en hebben in 1 jaar tijd bijna 18.000 kilo PD-afval gescheiden. Dat is een grote berg, die niet meer verbrand wordt! Daardoor verlagen we met elkaar de CO2-uistoot. Met dank aan alle collega’s die PD scheiden.

 


Op locatie Bernissesteyn hebben bewoners en medewerkers 5.588 kg incontinentiemateriaal afval gescheiden in 2024. Dat is 1000 kilo meer dan vorig jaar. De firma Netwerk N.V. heeft dit ingezameld en laten verwerken volgens een proces met veel minder CO2-uitstoot dan de traditionele verbranding. Bovendien wordt het plastic laagje van het incomateriaal afgescheiden voor recycling. Zo draagt Bernissesteyn een extra steentje bij aan het verlagen van onze CO2-uitstoot.

 

-Speerpunt-

Vervoer

 

 

 

 

S

tapje voor stapje verduurzamen we ons vervoer. We leasen zuinige auto’s en stimuleren thuiswerken, online overleg, gebruik van openbaar vervoer en fietsen waar mogelijk. Wist je dat we een al derde van de kilometers met schoon vervoer rijden? En in Utrecht rijdt een elektrische bestelbus, waarover Mohamed en Monique in dit jaarverslag meer vertellen. Met 148 elektrische fietsen en 11 elektrische auto’s in het wagenpark is Careyn op de goede weg!

We reizen heel wat af in de ouderenzorg. En niet alleen van huis naar een locatie (woon-werk), maar ook van cliënt naar cliënt of tussen locaties (dienstreizen). In 2024 moest Careyn voor het eerst wettelijk verplicht onderzoek doen naar het vervoer, net als andere bedrijven met meer dan 100 medewerkers. Best wel een ingrijpende maatregel, maar het inzicht in het brandstofgebruik door grote organisaties helpt de overheid bij het maken van beleid en het stimuleren van duurzaam vervoer.

De projectgroep werkgebonden personenmobiliteit (WPM) heeft met een enquête onder medewerkers en uit Visma data verzameld over het woon-werkverkeer en de dienstreizen. De respons op de enquête was groot: meer dan 75% van de medewerkers heeft zijn/haar preferente (meest gebruikte) vervoersmiddel ingevuld. Daarna heeft de projectgroep de data verzameld en op tijd ingediend bij de overheid. Een geslaagde klus, mede dankzij alle medewerkers die de enquête snel hadden ingevuld.

Wist je dat we een al een derde deel van de kilometers met schoon vervoer rijden? Daarmee bedoelen we elektrische of hybride voertuigen, fietsen en openbaar vervoer. 

Een derde deel van de kilometers reizen we met schoon vervoer 

Uit de enquêtes naar het vervoersmiddel en het onderzoek naar de reiskilometers bleek, dat we de meeste kilometers maken met fossiele brandstof zoals benzine en diesel (ruim 70%) en bijna 30% met schoner voervoer zoals de (elektrische) fiets, een hybride of elektrische auto, elektrische scooters of OV. In een jaar rijden we 36,3 miljoen kilometers, waarvan 8 miljoen km met schonere vervoersmiddelen en 2,6 km met OV. Op die manier verbruiken we bijna geen fossiele brandstoffen en stoten we veel minder CO2 uit. Dank je wel fietsers, treinreizigers en elektrische rijders!

Het Careyn wagenpark voldoet aan de Milieuthermometer Zorg eisen. Maar wat betekent dit? Even wat cijfers op een rij. 

Careyn heeft een wagenpark met 35 auto’s. Dat zijn teamauto’s, arbeidsvoorwaardelijke auto’s en (rolstoel)busjes. 21 van de 35 auto’s hebben energieklasse A. Auto’s met dit label zijn minstens 15% zuiniger dan gemiddeld. Elektrische auto’s hebben natuurlijk energielabel A. De gemiddelde CO2-uitstoot van ons wagenpark is 71 gram per kilometer. Dat is veel minder dan de norm van 160 g/km. 51% van onze auto’s heeft een CO2-uitstoot lager dan 100 g/km. Dat is ver boven de norm van 5%. Careyn voldoet daarmee ruimschoots aan de eisen.

Er reden in 2024 elf elektrische auto’s, waarvan drie teamauto’s, één bestelbus voor gebruik door huismeesters (overdag) en de verpleegkundige achterwacht (in avond-, nacht- en weekeinde) en zeven arbeidsvoorwaardelijke auto’s. Eén arbeidsvoorwaardelijke auto is een hybride. De overige auto’s rijden op benzine of diesel.

Daarnaast heeft Careyn 148 elektrische fietsen beschikbaar voor medewerkers van thuiszorg en specialistische teams. 

 

 

-INTERVIEW-

Hoe Careyn een elektrische bus inzet in Utrecht Stad

Mohamed El Mrabet werkt als huismeester bij Careyn op de locaties Nieuw Chartreuse, de Prinses, de Geuzeveste en Parkwijk. Hiervoor reist Mohamed toch aardig wat kilometers af. Nadat het leasecontract van de vorige dienstauto afliep, koos Careyn voor een elektrische bestelbus. Een duurz ame stap voor het wagenpark, maar hoe ervaren de medewerkers zo’n elektrische bus eigenlijk?

Mohamed begint vroeg in de ochtend en gaat langs de locaties voor allerlei klusjes. “Denk aan verstoppingen, kapotte kast, stroeve sloten. Maar ook voor het programmeren van medicatietags of van (veiligheids)tags van de deuren. Het is heel veelzijdig en gevarieerd werk.” Hiervoor was er een kleine dienstauto voor Mohamed beschikbaar, maar daar kon hij alleen een koffer in kwijt. “Als je gereedschap hebt of met een verhuizing bezig bent, dan is een bus voor grote spullen handig. Ik gebruik de bus de hele dag. Als ik klaar ben, dan laad ik ‘m op aan de laadpaal bij Rosendael. Vooral heel handig voor mij.”

Achterwacht

Naast Mohamed gebruiken ook de verpleegkundige achterwacht en de nacht-achterwacht van district Utrecht Stad deze bus. Zo helpt ANW-coördinator Monique Senders de collega’s bij het verzorgen en behandelen van cliënten. “Wij gebruiken de elektrische bus buiten kantoortijden en in het weekend om naar verschillende locaties te reizen. Als achterwacht gaan we langs cliënten om hen te beoordelen of om verpleegtechnische handelingen uit te voeren.”

In het begin was het voor een aantal collega’s lastig om met de elektrische bus te rijden. omdat hij veel groter is dan onze vorige auto, het een automaat is en we geen ervaring hadden met elektrisch rijden. Gelukkig zijn we nu aardig gewend aan deze bus. Al blijft het parkeren in Utrecht wel een dingetje”, aldus Monique.

-Speerpunt-

Eten en Drinken

 

 

 

 

E

lke dag wordt op de woonzorglocaties warm gekookt. Vaak weten de kookdames- en heren precies wie wat lekker vindt. Dan is er weinig verspilling. Soms koken ze voor een snel wisselende groep eters, zoals op een afdeling revalidatie. Dan is het moeilijk om geen eten te verspillen. En al helemaal als de familie (goedbedoeld) met pizza komt!

 

R

egelmatig wegen de medewerkers de resten van de warme maaltijd, analyseren we de verspilling en bespreken we samen de mogelijkheden om bijvoorbeeld kleinere porties aan te bieden of meer rekening te houden met de wensen.   

Sinds het begin van de metingen in 2018 is de voedselverspilling gedaald van gemiddeld 31% naar 12% in 2024. Dat is een enorme verbetering!

 

 

 

 

 

 

Voor Onze

Omgeving

CO2-Uitstoot

Careyn heeft de Green Deal Duurzame Zorg 3.0 ondertekend. In die deal is afgesproken dat we onze uiterste best doen om de CO2-uitstoot van Careyn te verminderen met 55% (t.o.v. 2018) in het jaar 2030 en klimaatneutraal te werken in het jaar 2050. Meten is weten. Dus elk jaar berekenen we onze CO2-uitstoot en maken we deze openbaar in het jaarverslag.     

Resultaat

Toelichting

De CO2-uitstoot van woonzorglocaties komt voornamelijk door de inkoop van elektra (uit centrales die aardgas, steenkool en biomassa verbranden) en door verbruik van aardgas of stadswarmte. De CO2-uitstoot van deze locaties (7.650 ton) was volgens de metingen in 2024 hoger dan in 2023. We denken dat dit getal niet helemaal klopt, omdat (tijdelijk) een deel van de zelf opgewekte zonnestroom slecht gemeten werd. We liggen nog wel op koers om het doel (elk jaar 5% minder CO2-uitstoot vanaf het jaar 2018) te halen.

De CO2-uitstoot door de reizen van onze medewerkers in thuiszorg, zorglocaties en kantoren is voor het eerst berekend. De CO2-uitstoot per jaar door onze reizen is 3.957 ton CO2. 77% van die uitstoot is afkomstig van ons woon-werkverkeer.  

Als we de CO2-uitstoot van de intramurale locaties door verbranding van fossiele brandstoffen en afval (7.650 ton) optellen bij de CO2-uitstoot door het vervoer (3.957 ton) komen we op een totaal van 11.607 ton CO2 per jaar. Een aanzienlijk deel van onze CO2-uitstoot (34%) komt dus door de reizen die we voor ons werk maken. 

Certificering

In april 2024 is Careyn opnieuw beoordeeld voor de Milieuthermometer Zorg certificering. Een externe auditor heeft daarvoor zes woonzorglocaties ter plekke onderzocht, veel documenten opgevraagd en gesproken met de bestuurder, de programmamanager duurzaamheid & milieu en met collega’s van inkoop, vastgoed en facility management. En met goed resultaat! Negen grote woonzorglocaties hebben het certificaat zilver behouden en 18 locaties hebben voor het eerst het MTZ-niveau brons behaald. 

-INTERVIEW-

Hoe verloopt een Milieuthermometer Zorg audit eigenlijk?

Voor een Milieuthermometer Zorg (MTZ) certificaat  controleert een auditor de duurzaamheidsprestaties op een woonzorglocatie. Maar hoe verloopt zo’n audit eigenlijk? We spraken met facilitair coördinator Harriët Meinders, teammanager Chris Hoeben en huismeesters Ton Rietveld en Bart Gerritsen over hun ervaringen op de locaties Weddesteyn (zilver) en Het Waterschapshuis (brons). 

Harriët: “Bij het bezoek maakt de auditor eerst een praatje met verschillende mensen, van afdelingshoofden tot huismeesters. Daarna lopen we samen een rondje door het gebouw, waarbij de auditor notities maakt voor het rapport.” De volledige audit duurde ongeveer drie uur, maar gelukkig waren er niet veel actiepunten voor de locaties. “Het is fijn om te horen dat we al goed bezig zijn, al zijn er altijd dingen waar we nog aan kunnen werken”, vertelt Ton. 

Duurzaamheid begint bij iedereen 

Volgens Ton draait duurzaamheid veel om bewustwording en goede gewoontes, bijvoorbeeld bij afval scheiden. “Het is afhankelijk van wat mensen gewend zijn. Thuis scheid ik plastic en blikjes samen, maar op onze locatie moeten we blikjes apart afvoeren. Als je bijvoorbeeld porselein in de afvalbak gooit, wordt dat afgekeurd. De eisen zijn strikt, dus om daaraan te voldoen heb je iedereen nodig.” 

Ook teammanager Chris Hoeben ziet hoe zorgorganisaties steeds meer bezig zijn met bewustwording. “Het lijken kleine dingen, maar als hele sector is het enorm veel. Juist daarin is de groei die we stap voor stap zetten zo belangrijk. Chris is dan ook ontzettend trots op medewerkers die met vallen en opstaan toch steeds weer iets beter weten te doen.

Duurzaam in de praktijk 

Momenteel heeft Het Waterschapshuis het certificaat ‘brons’. “Omdat het gebouw deels bestaat uit woonappartementen, is het behalen van een hoger niveau lastig. Careyn en de eigenaar van de woningen beheren het gebouw samen in een Vereniging van Eigenaren,” legt Harriët uit.

Bart vult aan: “Maar we doen wat we kunnen. Na veertig jaar als huismeester heb ik veel veranderingen meegemaakt. Bij nieuwere gebouwen wordt duurzaamheid meteen meegenomen, maar oudere gebouwen vragen vaak om extra aanpassingen. Denk aan mechanische ventilatie, die bij oudere gebouwen vaak handmatig is. Door bijvoorbeeld regelaars te plaatsen, kunnen we de luchttoevoer efficiënter regelen, afhankelijk van het aantal mensen in een ruimte.” 

Tijdens de audit wordt niet alleen gekeken naar afval, maar ook naar energieverbruik, watergebruik en schoonmaakmiddelen. “Alle middelen voor het wassen van kleding, voor de vaatwas en voor de dagelijkse schoonmaak van keukens en vloeren moeten bijvoorbeeld een ECO-label hebben,” vertelt Ton. Bart: “En we hebben nu alle TL-verlichting vervangen door LED-verlichting. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar scheelt ook enorm in de energiekosten. Het is een investering die zichzelf terugbetaalt en het werk makkelijker maakt, omdat LED-lampen langer meegaan. We hoeven dus ook minder vaak een lampje te vervangen.” 

Vooruitgang en verbeterpunten 

Ton benadrukt het belang van communicatie: “We hebben iedereen op het Waterschapshuis via nieuwsbrieven en mailtjes geïnformeerd over onze duurzame doelstellingen. Bart voegt toe: “We zetten bijvoorbeeld afvalbakken met stickers neer en versturen informatie, maar bewustwording is een doorlopend proces. Het belangrijkste is dat mensen zelf begrijpen hoe ze afval moeten weggooien. Pas dan merk je echt het effect.” 

Chris: “Het is ook goed om na te gaan dat we helemaal geen certificaat zouden hebben gehad als collega’s niet bereid waren om ‘nieuw gedrag’ aan te leren. Daarmee vind ik zelfs dat het certificaat niet per se voor de locatie moet zijn, het certificaat is eigenlijk voor iedereen die er mee bezig is. Van de huismeester tot de zorgmedewerker tot de organisatie”, vertelt Chris. “Het belangrijkste is dat we blijven investeren in bewustwording en duurzame oplossingen.”